Wonen op een woonboot is een romantisch idee en straalt een gevoel van vrijheid en onafhankelijkheid uit. Maar leven op het water komt met enkele voorwaarden. Lees hier wat je moet weten over een drijvende woning.
Intussen is het niet alleen mogelijk om in Amsterdam op een woonboot te wonen. Omdat flats en huizen op het land zeer concurrerend zijn, worden steeds meer mensen naar het water getrokken. Beter gezegd: op een woonboot. Wie ervan droomt op een boot te wonen moet zich van tevoren goed informeren, want dit is niet overal in Nederland welkom en toegestaan. Toch is er iets aantrekkelijks aan het idee dat je in slaap begeleid wordt door het zacht deinen van het water. Als je er zelf over denkt om buiten je vakantie op een woonboot te gaan wonen, vertellen we je hier waar je rekening mee moet houden.
Woonboten zijn niet te verwarren met drijvende huizen. Terwijl woonboten een klassieke verplaatsingsromp hebben als gewone boten en een ingebouwde motor hebben, kunnen drijvende huizen alleen door boten gesleept worden. Ze hebben een vaste aanlegplaats en zien eruit als gewone kleine huisjes die op een drijvend systeem staan.
1. op een woonboot ben je erg beperkt in ruimte
Iedereen die een paar jaar in een huis of flat heeft gewoond weet dat allerlei spullen zich ophopen en ergens moeten worden opgeborgen. Een woonboot is echter zeer beperkt in ruimte. Ze moet smal zijn en mag een maximale lengte van 24 meter hebben. Dit is ook de reden waarom woonboten vaak alleen als tweede huis of kantoor gebruikt worden. Drijvende huizen, daarentegen, kunnen aanzienlijk groter zijn. Dus als je goed kunt leven in een Tiny House, kun je je zeker redden in een drijvend huis.
2. er zijn hoge kosten
Helaas is leven op het water niet goedkoper dan leven op het land – integendeel. De aanschaf alleen al kost ongeveer 50.000 euro – ongeveer evenveel als een gewone boot met een uitbundige inrichting. Natuurlijk zijn er, net als overal elders, geen bovengrenzen. Daar komen echter nog de hoge onderhouds- en servicekosten bij, die kunnen oplopen tot 5.000 euro per jaar. Het materiaal van de boot is immers direct overgeleverd aan de elementen. Niet te vergeten is dan de aanlegplaats, die per jaar betaald moet worden. De prijzen variëren hier sterk van streek tot streek. Voor een boot van 15 meter bedraagt de prijs voor een ligplaats tussen 2.000 en 8.000 euro. Is je account al leeg? Dan hebben we slecht nieuws: De verschuldigde energiekosten zijn hier niet eens bij inbegrepen – en die zijn ongeveer twee keer zo hoog als voor een conventioneel huis.
De bouwkosten voor een drijvend huis zijn logischerwijze veel hoger en bereiken vergelijkbare bedragen als de bouw van een huis op het vasteland. Een eenvoudig huis aan het water zonder binneninrichting kost ongeveer 200.000 euro.
3. bureaucratische hindernissen
Omdat wonen op het water nog niet ingeburgerd is, zijn er geen uniforme richtlijnen voor drijvende huizen, en daarom moet je van tevoren wat onderzoek doen. Berlijn, bijvoorbeeld, staat geen woonboten of drijvende huizen toe; in Hamburg heb je betere kansen. Eerst en vooral moeten woonboten en drijvende huizen aan enkele technische normen en veiligheidscriteria voldoen. Woonboten, bijvoorbeeld, hebben een CE zeewaardigheidsbeoordeling nodig. Drijvende huizen hebben dat niet nodig, maar in de Hanzestad Hamburg zijn ze onderworpen aan veel richtlijnen en wetten betreffende het wonen op het water. Bovendien worden ze getest op hun drijfvermogen. Deze test moet om de tien jaar herhaald worden.
Ook een hindernis: Een aanlegplaats vinden. Hoewel er potentieel een grote keuze aan plaatsen is, zijn woonboten of drijvende huizen er niet noodzakelijk altijd welkom. In veel gevallen moeten conflicten van tevoren uit de weg geruimd worden. Standaardprocedures voor de goedkeuring van drijvende huizen en woonboten bestaan slechts in een paar gemeenten. Dit vergt veel geduld.
Overigens kan het ook heel moeilijk zijn om een lening voor een drijvend huis te krijgen. Puur juridisch gezien bezit je geen stuk grond, want je huurt alleen een aanlegplaats en krijgt een speciale vergunning. Bijgevolg kan voor een stuk grond geen grondrente worden geregistreerd. Veel eigen vermogen is dus een eerste vereiste om op het water te kunnen wonen.