Een laminaatvloer moet, net als een hardhouten vloer, eerst acclimatiseren in de kamer waar je hem wilt leggen, voor de eigenlijke plaatsing. Hoewel laminaatvloeren niet helemaal uit hout bestaan, is de kern meestal gemaakt van een soort vezelplaat, of samengeperste houtvezels. Het kernmateriaal kan beïnvloed worden door de vochtigheid en temperatuur van zijn omgeving.

Wat gebeurt er als je laminaatvloeren niet acclimatiseert?

Als je een laminaatvloer niet acclimatiseert vóór de plaatsing, loop je het risico dat de planken uit hun geïnstalleerde positie samendrukken of uitzetten terwijl ze zich aanpassen aan de huidige vochtigheid en temperatuur van de kamer. Dit kan leiden tot knikken of spleten bij de voegen als de planken uitzetten of inkrimpen.

Elke fabrikant heeft zijn eigen instructies over hoe zijn laminaat vloerprodukt goed te acclimatiseren. Hoewel het nog steeds het beste is hen naar de juiste procedures over acclimatiseren te vragen, zijn er enkele algemene richtlijnen die meestal voor iedereen gelden en die je ook kunt volgen.

Waarom moet je laminaatvloeren acclimatiseren?

Laminaat vloeren kunnen tijdens hun reis van het magazijn naar de eindbestemming verschillende omgevingsomstandigheden doormaken en aan extreme temperaturen en vochtigheid blootgesteld worden. Bij hoge luchtvochtigheid heeft laminaat de neiging uit te zetten en op te zwellen en bij lage luchtvochtigheid doet het het omgekeerde. Hoge en lage temperaturen beïnvloeden ook het zwellen en krimpen van de planken.

De meeste laminaatvloeren hebben een kern van vezelplaat, meestal van het type High Density Fiberboard (HDF). HDF is een soort kunsthout dat gemaakt wordt van houtvezels die onder hitte en druk met hars of lijm worden samengevoegd. Het is een stevige kern voor laminaatvloeren omdat het vormvaster is dan de meeste harde houtsoorten, wat betekent dat het niet zo snel kromtrekt en van vorm en grootte verandert als het aan veranderingen in vochtigheid en temperatuur wordt blootgesteld.

Ondanks dat HDF dimensionaal stabiel is, bevat het nog steeds houtelementen die door veranderingen in vochtigheid en temperatuur beïnvloed kunnen worden. Een laminaatvloer kan nog steeds in alle richtingen opzwellen, inkrimpen of van grootte veranderen, afhankelijk van de veranderingen in zijn omgeving.

Stel je dit voor – het pakhuis waar de laminaatvloer vandaan kwam was warm en vochtig. De planken waren dan wat dikker en iets groter van omvang geweest. En dan laat je het vanuit het pakhuis naar je huis vervoeren. Je laat het, zonder de planken nog te laten acclimatiseren, leggen in je kamer waar de temperaturen koeler en droger zijn.

Je moet verwachten dat je laminaatvloer er in het begin mooi uitziet, maar dan is de kans groot dat, zodra hij aan zijn nieuwe omgeving gewend is, de planken inkrimpen en wat kleiner van formaat worden. Je zult uiteindelijk wat lelijke kieren tussen de voegen gaan zien verschijnen. Hoewel dit te verhelpen is, zou je alle planken moeten verwijderen, wat onnodig werk toevoegt dat vermeden had kunnen worden als je de planken vooraf geacclimatiseerd had.

Het acclimatiseren van je laminaatvloer vóór de plaatsing is in de meeste gevallen echt nodig. Zo kunnen de planken zich aanpassen aan de uiteindelijke omgeving waar ze geplaatst zullen worden. Je vermijdt onnodige aanpassingen en extra werk later als de vloer na de plaatsing plotseling van grootte verandert.

Bereid de kamer voor om laminaatvloeren beter te laten acclimatiseren

Voordat je echt begint met het acclimatiseren van de laminaatvloer aan de ruimte waar hij komt te liggen, is het belangrijk eerst de omstandigheden van de ruimte te beoordelen. De kamer moet steeds een stabiele luchtvochtigheid en temperatuur hebben. Ga na of er ventilatieopeningen voor verwarming of koeling zijn. Ga na of de kamer ramen bevat die buitenlucht binnenlaten of de warmte van de zon doorlaten.
Als de kamer een onstabiele luchtvochtigheid en temperatuur heeft, en die van tijd tot tijd verandert, is laminaat misschien niet de beste vloerbedekking om te gebruiken. Elk vooraf gedaan acclimatiseren zou niet veel uitmaken als de laminaatvloer aan extreme vochtigheids- en temperatuurwisselingen zal worden blootgesteld. De planken zullen voortdurend opzwellen of inkrimpen, afhankelijk van de omstandigheden die er heersen. Deze voortdurende bewegingen kunnen op den duur ook de vloer beschadigen.

Een klein verschil in temperatuur- en vochtigheidsveranderingen is echter niet erg en zou de laminaatvloer niet zo veel aantasten. Laminaatvloeren zijn gemaakt om bestand te zijn tegen kleine veranderingen in de omgeving. Wat wel een grote invloed zou hebben zijn extreme veranderingen van warm naar koud of van zeer vochtige naar droge lucht.
Wat je zou willen is een stabielere kamer wat betreft vochtigheid en temperatuur. Ook is het belangrijk te bedenken dat als er een groot verschil is tussen de binnen- en buitencondities, probeer dan niet het raam open te zetten, en buitenlucht binnen te laten. Hoewel veranderingen met de vloerbedekking niet onmiddellijk gebeuren, is het toch het beste om ze te vermijden.

Elke fabrikant zal zijn eigen reeks instructies en normen hebben die ze aanbevelen bij het acclimatiseren van hun laminaatvloeren en het zou het beste zijn in de meeste gevallen hun advies op te volgen.
Om je een idee te geven zijn de volgende aanbevelingen van een fabrikant bij het voorbereiden van de kamer, voordat je de laminaatvloer gaat acclimatiseren:

  • De kamer moet een constante temperatuur hebben tussen 17 en 30 graden Celcius.
    De vloer mag niet minder dan 15 graden Celcius zijn.
  • De vochtigheidsgraad in de kamer moet tussen 25% en 70% liggen. Je kunt een hygrometer gebruiken om hier metingen voor te doen. De meeste digitale thermometers hebben ook al een hygrometer uitlezing.
  • Als je de laminaatvloer op een nieuw aangelegde betonnen plaat legt, laat het beton dan minstens 60 dagen uitharden voor het acclimatiseren.
  • Verfwerk op muren, plafond of houtwerk moet minstens 3 dagen voor het acclimatiseren van de laminaatvloer uitgehard zijn.
  • Als de vloer ingebouwde stralingswarmte heeft, moet die vóór het acclimatiseren drie dagen op 26 graden Celcius worden gezet.
  • Als je de kamer eenmaal voorbereid hebt, en de vochtigheidsgraad en temperatuur stabiel zijn, kun je pas beginnen met het acclimatiseren van de laminaatvloer.

Hoe laminaatvloeren acclimatiseren

Ook hier heeft elke fabrikant zijn eigen aanbevelingen voor het acclimatiseren van hun laminaatvloeren en het is het beste die op te volgen. Hieronder staan echter algemene richtlijnen die voor de meeste fabrikanten gelden en die je kunt volgen.

Nadat je je ervan vergewist hebt dat de kamer een stabiele vochtigheidsgraad en temperatuur heeft, begin je de kartonnen dozen in het midden van de vloer te plaatsen. Leg ze plat naast elkaar. Het openen van de dozen is nu nog niet nodig en moet gesloten gehouden worden.

Houd de dozen uit de buurt van de buitenmuren. Ze moeten minstens 3 voet van de buitenmuren staan. Houd ze ook uit de buurt van eventuele verwarmings- en koelingsventilatoren.
Ze moeten minstens 48 tot 72 uur, of 2 -3 dagen, in de kamer zitten. Zo krijgen de planken voldoende tijd om zich aan de vochtigheidsgraad en temperatuur van de kamer aan te passen.

Zorg ervoor dat je al je laminaatplanken tegelijk acclimatiseert. Zo kunnen de planken een eenheid worden en zich tegelijk gelijkmatig aanpassen.

Als de 48-72 uur voorbij zijn, kan dan de plaatsing van de laminaatvloer gedaan worden.

Dus nogmaals, om het nog maar eens te herhalen, het is het beste de instructies van de fabrikant over het acclimatiseren van hun eigen product te lezen. Elk heeft zijn eigen aanbevelingen.