Zelfs kleine veranderingen in wooncomplexen vereisen meestal de toestemming van de andere eigenaren. Dit is ook het geval met de installatie van een parkeerbeugel, die bedoeld is om een parkeerplaats te reserveren.
Een condominiumvereniging bevatte een medisch kantoor met drie parkeerplaatsen. Deze waren alleen bedoeld voor patiënten, en werden dienovereenkomstig bewegwijzerd. Toch hebben andere automobilisten daar vaak geparkeerd. De huurder kwam in actie en liet zonder meer parkeerbeugels met waarschuwingsverf aanbrengen. De andere eigenaars eisten bij meerderheidsresolutie dat deze weer zouden worden verwijderd. De eigenaar van het gehuurde pand is aangeklaagd.
Het beroep werd verworpen, waardoor de zaak van de gemeenschap wordt bevestigd. Volgens de rechtbank vormt de plaatsing van parkeerbeugels op parkeerplaatsen meestal een structurele wijziging (volgens § 22 lid 1 WEG) en is daarvoor de toestemming van alle (betrokken) mede-eigenaren nodig. De goedkeuring was alleen al nodig omdat de overige appartementeigenaren door de maatregel (na § 22 exp. 1 WEG) zouden worden benadeeld. Zo veranderde de regionale rechtbank de vroegere basisjurisdictie. (LG-arrest van 14.03.2013, 19 S 55/12)
Zelfs als de huurder de andere eigenaren om toestemming had gevraagd, hadden zij niet met de wijziging hoeven in te stemmen. Dit komt omdat de parkeerbeugels het uiterlijk van de gehele parkeerplaats aanzienlijk veranderen. Daarnaast zijn er vanuit het oogpunt van de mede-eigenaren ook beperkingen te verwachten als gevolg van het openen en sluiten van de beugels: het manoeuvreren wordt aanzienlijk bemoeilijkt – vooral als andere bewoners ook zouden besluiten om een elektrische parkeerbeugel te installeren. Dit komt omdat de verplichting om alle appartementeigenaren gelijk te behandelen zou betekenen dat andere eigenaren ook parkeerbars kunnen aanvragen en ontvangen. Wat aan de een wordt toegekend, kan niet worden ontkend aan de ander.
De situatie is anders als alleen de parkeerplaatsen zijn gemarkeerd. De rechter besloot dat dit geen structurele veranderingen waren. De markering van de parkeerplaatsen dient veeleer de orde en de gebruiksregulering – wat toelaatbaar is. (OLG-arrest van 19.12.1977, 3 W 6/77)