De meeste boren (alle boren die ik ken) hebben een fysieke schakelaar die aansluit op een losstaand systeem dat de boormachine laat draaien (zoals in deze schakeling). Dus tenzij er een display is of iets dat constant stroom nodig heeft (zoals als die LEDS een eigen schakelaar hadden) moeten de batterijen hun lading vasthouden zolang ze chemisch in staat zijn om dat te doen. De NiCad-batterij kan problemen hebben met het vasthouden van de lading in vergelijking met de LiIon-batterij, maar je zou het verschil niet na één dag moeten kunnen zien. Ook al zou geen van beide accu’s na één dag dood moeten zijn.

De LiIon batterij kan bijna leeg zijn geweest zonder dat je het merkt, omdat ze de neiging hebben om een constante spanning uit te schakelen, zelfs bij een laag energieniveau; de NiCad zou echter wel wat tekenen moeten vertonen van een laag energieniveau.

Wat het weer betreft, zou de NiCad de kou redelijk goed moeten kunnen verdragen. LiIon aan de andere kant had geen schade aan de cellen kunnen hebben van echt koude temperaturen, maar ik heb de gereedschappen ’s nachts in het vriespunt vele malen buiten gelaten en toen ze eenmaal een beetje waren opgewarmd werkten ze prima (het feit negerend dat ik waarschijnlijk het aantal oplaadcycli dat ze nog hadden laten staan heb ik genegeerd).

Dit alles gezegd hebbende denk ik ook dat het erg onwaarschijnlijk is dat beide accu’s/boormachines (of een combinatie van de 4) problemen hebben… Dus afgezien van het feit dat je de pixels in je gereedschap boos hebt gemaakt door ze in de kou te laten staan, denk ik dat de langdurige opslag op een plek met grote temperatuurwisselingen de capaciteit van je accu’s heeft verkort.

Daarnaast is de reden dat LiIon accu’s op ongeveer 40% van de capaciteit worden opgeslagen, dat een deel van de afweging om een aantal kleine laadcycli veel op en neer te kunnen laten gaan (zoals bij mobiele telefoons), is het feit dat ze het niet zo goed doen aan de extremen (0% & 100%), omdat chemische veranderingen in één richting waarschijnlijker zijn (het verlagen van hun capaciteit en de levensduur van de cyclus).