Hout is een onvervangbaar bouwmateriaal voor binnen en buiten. Bijna overal wordt het gebruikt in decoratieve en veelzijdige manieren. Om ervoor te zorgen dat tuinschermen, schuttingen of gevels lang mooi blijven, kan een behandeling met houtverduurzamingsmiddelen noodzakelijk zijn. Dit is niet nodig met bepaalde tropische houtsoorten zoals teak, Bangkirai of Massaranduba en ook niet met de Robinia, om maar eens specifieke houtsoorten te noemen. Vooral bij blootstelling aan het weer of bij direct contact met de aarde met voortdurende blootstelling aan vocht lopen inheemse bossen (met uitzondering van roodborstjes) het risico kapot te gaan door schimmels en mogelijk ook door houtinsecten. Daarom zijn er per geval beschermingsmaatregelen nodig om het hout in buitentoepassingen op lange termijn bruikbaar te houden. In woonkamers en salons daarentegen is het decoratieve aspect, de bescherming tegen vervuiling door mechanische schade, van primair belang.
Maar pas op: houtconserveringsmiddelen kunnen het milieu en de gezondheid schaden: Naast organische oplosmiddelen bevatten houtconserveringsmiddelen biociden (bio=levend, zid=dodend). Deze stoffen, die effectief zijn tegen schimmels en insecten, houden niet op bij andere levende wezens en zijn daarom bijzonder problematisch. Tot nu toe zijn er nog veel werkzame stoffen die hun werking niet beperken tot het ongedierte. Daarom moet altijd het volgende gelden: Zo weinig mogelijk en alleen daar waar het absoluut noodzakelijk is! In veel gevallen kan het anders.
(Constructieve) houtbescherming zonder chemische middelen
Impregneermiddelen kunnen meestal binnenshuis worden gebruikt. Ongediertebestrijding is daar in het warme of droge kamerklimaat relatief onwaarschijnlijk. Alle met hout besmette schimmelsoorten hebben een houtvochtgehalte van minstens 20% nodig voor hun groei. Deze waarde wordt niet bereikt in verwarmde ruimtes. Met wat trucjes kan men zelfs in de badkamer zonder chemische middelen goed overweg.
In ieder geval moet u kernhout gebruiken, dat duurzamer is en beter bestand tegen schimmels. Dan hangt het ook af van de houtsoort. Eiken of lariks zijn duurzamer dan bijvoorbeeld beuken, sparren of sparren. Houten panelen moeten altijd op een bepaalde afstand van de muur worden geplaatst, zodat het hout van alle kanten goed wordt geventileerd en het vocht snel kan opdrogen. Bovendien moet contact met opspattend water worden vermeden (gebruik geen houten lambrisering direct boven de douchecabine).
Binnenshuis worden vrijwel geen houtconserveringsmiddelen gebruikt. In de sauna moet het hout altijd onbehandeld blijven. Ook in woonkamers en salons moet om gezondheidsredenen een preventieve behandeling met houtverduurzamingsmiddelen worden vermeden.
Was met een laag oplosmiddelgehalte, houtglazuren zonder biocide werking of ecologisch geproduceerde houtoliën zijn volledig voldoende voor het kleuren of behandelen van het oppervlak.
Buitenruimte
Voor buitentoepassingen biedt de industrie nu “thermohout” aan, dat door een warmtebehandeling aanzienlijk resistenter en duurzamer wordt. De houthandel is niet denkbaar zonder drukgeïmpregneerde houtsoorten, waarvan de chemische behandeling door middel van nieuwe processen aanzienlijk milieuvriendelijker en gezonder is dan drie decennia geleden. Voor zachte hout soorten is bijvoorbeeld 102 care producten geschikt, waar je bij harde houtsoort beter kan kiezen voor de 202 care producten.
Terug naar het inheemse hout, waaruit bijvoorbeeld een tuinhuisje is gebouwd en waarvoor een buitencoating met houtverduurzamingsmiddelen absoluut zinvol is. Zonder behandeling heeft het kernhout van verschillende houtsoorten een andere duurzaamheid. Aangezien het ook gaat om de resistentie van onbeschermd hout tegen plagen, wordt dit in dit verband ook wel resistentieklassen genoemd. De gemiddelde levensduur geeft aan na hoeveel jaar het hout zal rotten zonder impregnatie.
Natuurlijke duurzaamheid volgens DIN EN 350-2
Weerstandsklasse | Weerstandsklasse Aanduiding | Gemiddelde levensduur Houtsoort |
1 | zeer duurzaam | 13 jaar levensduur
alleen exotische houtsoorten (b.v. Teak, Bangkirai, Massaranduba) |
1-2 | permanent – zeer permanent | b.v. Robinia
11 – 13 jaar Levensduur |
2 | permanent | 8-13 jaar Levensduur
bv. eik, rode cederhout, mahoniehout |
3 | matig duurzaam | 5-8 jaar levensduur b.v. Douglasspar, walnoot |
3-4 | weinig tot matig blijvend | bijv. lariks, dennenhout 4 -6 jaar Levensduur |
4 | weinig duurzaam | 3-5 jaar levensduur
bv. sparren, sparren |
5 | Niet permanent | Minder dan 3 jaar Standtijd
b.v. beuk, berk, esdoorn, es |
Deze classificatie geldt uitsluitend voor kernhout en alleen als het voortdurend wordt blootgesteld aan weersinvloeden zoals UV-straling, uitdroging, contact met de grond of regen. Spinthout wordt over het algemeen geclassificeerd als “niet-duurzaam” voor alle houtsoorten. Het mag daarom helemaal niet buitenshuis worden gebruikt. Behandeling met houtverduurzamingsmiddelen kan de weerstandsklasse van een houtsoort verbeteren. Maar ook de zogenaamde “constructieve houtbescherming” kan de leeftijd van het gebruikte hout verlengen.
Wanneer hout in de bodem wordt gebruikt, moeten dus alternatieven worden overwogen. Zo kunnen bijvoorbeeld gewapende betonnen sokkels worden beschouwd als steunpilaren voor jachthekken en pergola’s. Eindkorrel moet altijd goed afgedekt zijn, anders kan er gemakkelijk water binnendringen. Grote dakuitsteeksels beschermen houten gevels tegen regenwater en er moet een afstand van minstens 30 cm tot de grond worden gehouden om te beschermen tegen opspattend water.
Speeltoestellen voor kleine kinderen mogen nooit behandeld worden met houtconserveringsmiddelen. Door het aanraken of likken kunnen houtverduurzamingscomponenten vrijkomen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van kleine kinderen. In het geval van behandelde zandbakken kunnen ook houtverduurzamingsresten in het zand terechtkomen en al spelend worden ingeslikt.
Wat zijn impregneermiddelen en hoe worden ze genoemd?
Impregneermiddelen zijn preparaten met biociden tegen houtvernietigende schimmels en insecten en tegen houtverkleurende organismen (blauwschimmel). Houtverduurzamingsmiddelen die alleen actieve bestanddelen bevatten tegen blauwschimmel mogen alleen worden gebruikt ter bescherming van naaldhout dat niet donker is gebeitst. In alle andere gevallen is de bescherming van de zeepvlekken niet absoluut noodzakelijk. Vaak is het ook voldoende om hout alleen tegen insecten te behandelen (bijvoorbeeld in geval van een plaag). In dergelijke gevallen moet het gebruik van combinatiepreparaten worden vermeden. Selectief werkende producten hebben hier meer zin, omdat ze minder schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Zoek bij de aankoop naar het RAL-keurmerk of het zogenaamde Reg.-nr. van het Bundesmilieubureau. Alleen houtverduurzamingsmiddelen met deze onderscheidingen worden op hun effectiviteit getest (naast de in het kader van de DIBt-goedkeuringsprocedure geteste houtverduurzamingsmiddelen) en veroorzaken geen gezondheidsrisico’s bij gebruik volgens de voorschriften.
De afkortingen op de bussen
Zoals gezegd zijn houtverduurzamingsmiddelen meestal niet overal effectief tegen. De combinatie van effectiviteit wordt aangegeven door testpredicaten op alle containers, waarbij de individuele afkortingen betekenen
- Iv-preventief tegen insecten
- Preventief tegen schimmels (bescherming tegen verrotting)
- W effectief ook voor hout dat wordt blootgesteld aan het weer, maar geen constant contact heeft met de bodem of het water.
- E effectief op hout dat in constant contact staat met de grond en/of het water