Vakbekwame bouwers kunnen hun nieuwe voordeur ook zelf installeren met goede montage-instructies en het juiste gereedschap. Sommige fouten moeten echter koste wat het kost worden vermeden, omdat deze zowel de functionaliteit als de levensduur van de nieuwe deur kunnen aantasten.

Vermijd meetfouten

Een nieuwe voordeur werkt alleen soepel als deze precies in de daarvoor bestemde wand of muuropening past. Meetfouten kunnen ertoe leiden dat de deur vastloopt en onder spanning komt te staan of zelfs moet worden vervangen. Het is daarom belangrijk om nauwkeurig te meten voordat u de nieuwe deur koopt of bestelt:

1. Meet de breedte van de deuropening met een meetlint of lasermaat op ten minste twee plaatsen. In principe bepaalt de bredere maatvoering de breedte van de voordeur of het deurkozijn.
Tip: Afhankelijk van de fabrikant wordt de zogenaamde installatielucht van deze meting afgetrokken.

2. dit resulteert in de uiteindelijke deurafmeting.
De hoogte van de muuropening wordt gemeten van de dorpel tot aan de bovenkant, ook hier is het aan te raden om twee metingen te doen.
Tip: Als de drempel nog niet is geïnstalleerd, moet ook rekening worden gehouden met de dimensie ervan.

3. Voordat een deur wordt besteld, moet de openingsrichting ervan worden bepaald. In de regel openen de ingangsdeuren naar binnen, waardoor de openingsrichting DIN links of DIN rechts volgens DIN 107 ontstaat.
Tip: Als u niet zeker bent, moet u een tekening maken met de openingsrichting in de plattegrond en deze meenemen naar uw lokale dealer.

Correcte opslag tot aan de installatie

Als de voordeur al op de bouwplaats is, maar niet direct wordt geïnstalleerd, is een schadevrije opslag belangrijk. Voor dit doel zou de deur moeten zijn:

worden opgeslagen in het transportbeveiligingsframe totdat het is geïnstalleerd.
niet worden blootgesteld aan direct zonlicht of vorst.
verticaal of horizontaal zonder belasting worden opgeslagen.

Schuine montage van het deurkozijn

Als het deurkozijn niet precies wordt geïnstalleerd, leidt dit tot latere functionele defecten in de voordeur, die vaak niet kunnen worden verholpen, zelfs niet door de deur aan te passen. Er ontstaan lekkages en spanningen die de levensduur van de voordeur aantasten. Daarom moet bij de montage van het deurkozijn grote zorgvuldigheid worden betracht. Het frame moet stevig worden verankerd in de muuropening en moet voor de installatie zorgvuldig en absoluut recht zijn.

Defecte afdichting:

Alleen een goed afgedichte deur garandeert veiligheid, warmte- en geluidsisolatie. Fouten op het gebied van de afdichtingen kunnen hier een zeer negatief effect hebben. De volgende foutbronnen komen bijzonder vaak voor:

  • De vloerafdichting is te kort
    Vooral als er om geluids- en warmte-isolatieredenen een verlaagde vloerafdichting wordt aangebracht, mag deze niet te kort zijn. De afdichting moet tot onder het deurkozijn worden geleid, anders ontstaan er kieren.
  • Sealen tussen frame en wand
    Als de voeg tussen het deurkozijn en de muur alleen geschuimd is, heeft dit invloed op de dichtheid van de voeg. Als een permanent elastische afdichting ontbreekt, kan dit het geluidsisolatieniveau met meer dan 10 dB verlagen, wordt ook de thermische isolatie aangetast en ontstaat er een koudebrug. De juiste uitvoering van de verbinding wordt gespecificeerd in de installatie-instructies van de fabrikant en dient exact te worden opgevolgd.

Installatie op het juiste moment

De installatie van de voordeur in een nieuw of gerenoveerd gebouw moet altijd zo laat mogelijk worden uitgevoerd om schade aan de deur door bouwactiviteiten te voorkomen. De oplossing is een bouwdeur, bovendien moet de voordeur worden beschermd door folies of afdekkingen zolang de bouwwerkzaamheden aan het huis niet zijn voltooid. Vooral aluminium deuren mogen niet zonder meer in contact komen met beton en cement, omdat de materialen met elkaar reageren.