Praktische instructies voor mees, boomklever en co.

Overigens vervullen nestkastjes ook in de winter belangrijke taken. Of het nu gaat om meesjes, boomklevers, eekhoorns of vlinders – zelfs de meest weerbestendige buitenlui stellen een warme slaapplaats op prijs. De nesthulp van menig vogel kan in de winter zelfs zijn leven redden. Het gevaar van het overbrengen van parasieten via oude nesten is kleiner dan het voordeel van een warm onderkomen voor de dieren.

Omdat vogels voortdurend een hogere lichaamstemperatuur moeten handhaven dan zoogdieren, 39 tot 42 graden, verbranden ze in het koude seizoen veel lichaamsvet. Daardoor verliezen ze snel gewicht en zijn ze vaak verzwakt. Een koude nacht op een weerloze tak kan soms hun ondergang zijn. Mussen bouwen echte winternesten waarin ze zich nestelen als het vriest. Van winterkoninkjes is bekend dat ze elkaar in de winter in nestkastjes verwarmen.

Het juiste materiaal

  • Gebruik ongeschaafde planken van minstens 18 millimeter dik. Eiken-, robinia- of larikshout is het duurzaamst. De gemakkelijker verkrijgbare planken van spar, spar of den zijn ook acceptabel, maar beukenhout is buiten nogal instabiel. Multiplex of spaanplaat zijn niet weerbestendig en daarom ongeschikt.
  • Er zijn voordelen aan het gebruik van schroeven in plaats van spijkers in de constructie. Dit bespaart extra lijmwerk en levert stabielere en duurzamere kisten op.
  • Boor vier gaten van ongeveer vijf millimeter breed in de grond voor ventilatie en ontvochtiging.
  • Zie af van het gebruik van houtverduurzamingsmiddelen om de gezondheid van de dieren niet in gevaar te brengen. Je kunt de buitenmuren schilderen met lijnzaadolie of milieuvriendelijke verf om ze te beschermen tegen vocht en schimmelaantasting.
  • Je kunt proberen het dak tegen weersinvloeden te beschermen met bitumineus karton, maar vaak blijkt dat de box toch vochtig wordt en het karton kan zelfs een snelle droging in de weg staan.

De juiste afmetingen

  • De bodem van het nestkastje moet minstens twaalf bij twaalf centimeter zijn.
  • Om te voorkomen dat katten en marters met hun poten bij het broed kunnen komen, moet de onderrand van het gat minstens 17 centimeter boven de bodem van het kastje liggen.
  • Hetzelfde doel dient de overhang van het dak boven het vlieggat.
  • Hoe groter de overhang, hoe kleiner de kans dat roofdieren van bovenaf in het vlieggat komen.
  • Een zitstok onder het vlieggat moet worden vermeden. Ook dat zou de toegang voor roofdieren vergemakkelijken.

Nestkastjes correct installeren

  • Hang nestkasten op een hoogte van twee tot drie meter (tenzij anders beschreven in de bouwinstructies).
  • Het invlieggat mag niet naar de weerzijde (westen) gericht zijn, en het kastje mag ook niet langdurig aan de felle zon worden blootgesteld (zuiden). Een oriëntatie op het oosten of zuidoosten is daarom ideaal.
  • Voor bevestiging aan bomen zijn roestvrije aluminium spijkers of schroeven geschikt, als alternatief sterke draadbeugels die de boom niet beschadigen.
  • Om het binnendringen van regen te voorkomen mag een nestkastje nooit naar achteren, maar juist naar voren uitsteken.
  • Nestkasten van dezelfde soort hol- en doelvogel moeten op minstens tien meter afstand van elkaar worden opgehangen (uitzondering: koloniebroeders zoals mussen, spreeuwen en zwaluwen). Hierdoor vinden de broedvogels ook voldoende voedsel voor zichzelf en hun kroost. Houd bij nesthulpen voor verschillende soorten een afstand van ten minste drie meter tussen de nesthulpen aan.
  • Nesthulpen kun je het beste in de herfst aanbrengen, zodat vogels, kleine zoogdieren en insecten ze kunnen gebruiken om te roesten en te overwinteren.
  • Beschutte plaatsen aan huismuren, op balkons of op schuurtjes en tuinhuisjes die zo min mogelijk toegankelijk zijn voor katten en marters zijn geschikt voor het plaatsen van een halfholte.

Nestkasten schoonmaken

  • Nestkasten moeten na het broedseizoen worden schoongemaakt om nieuwe ruimte te creëren en de last van vlooien, mijten of luisvliegen te verminderen. Het schoonmaken moet in de nazomer gebeuren of pas weer eind februari. Als dan niet kan worden uitgesloten dat er bijvoorbeeld nog relmuizen of andere dieren in de nestkast overwinteren of dat vogels al aan het nieuwe broedseizoen zijn begonnen, is het beter om het schoonmaken een jaar op te schorten tot de volgende nazomer.
  • Het is beter om handschoenen te dragen en het nestmateriaal niet mee naar binnen te nemen, want vogelvlooien en ander ongedierte kunnen overspringen op mensen.
  • Het is voldoende om het oude nest te verwijderen en het kastje uit te borstelen als het zwaarder vervuild is. Vermijd het gebruik van insectensprays of chemische schoonmaakmiddelen.
  • Je moet controles tijdens het broedseizoen vermijden om het broedsel en de opvoeding van de jonge vogels niet te verstoren.