Bij het bouwen van een huis of na een verbouwing moeten de muren gestuct worden. Het is echter beter om deze drie fouten niet te maken.
Stucwerk op de muur creëert een glad oppervlak dat goed geschikt is om bijvoorbeeld behang op aan te brengen. Maar dat niet alleen: een gepleisterde wand verbetert ook de vochtigheidsregulatie in de kamer. Het weliswaar vaak onbekende werk is betrekkelijk snel gedaan, maar zorg ervoor dat je de volgende drie fouten vermijdt.
Fout 1: Je bereidt de ondergrond niet voor.
Voordat je het pleisterwerk aanbrengt, moet je de ondergrond voorbereiden. Enerzijds moet het zichzelf vasthouden en anderzijds moet het het pleister voldoende laten hechten. Anders hecht het pleister niet aan de muur of het resultaat ziet er gewoon niet goed en ongelijk uit. Controleer daarom eerst de ondergrond: de muur mag geen schimmel, vocht of scheuren vertonen. Terwijl gaten en scheuren voor het bepleisteren opgevuld moeten worden, wordt een erg gladde ondergrond daarentegen opgeruwd. Als het oppervlak veel vocht absorbeert, moet een grondlaag worden aangebracht. Het voorstrijkmiddel voorkomt dat de muur het water te snel uit het pleisterwerk trekt. Dit is de enige manier waarop het pleister kan aantrekken en drogen zoals gepland. Zorg er wel voor dat het voorstrijkmiddel en het pleister compatibel zijn.
2e fout: Je negeert de basisregel “zacht op hard”.
De eerste regel van pleisterwerk is: zacht op hard. Elke laag van een pleistersysteem dat je aanbrengt, of het nu metselspecie, grondlaag of afwerkpleister is, moet zachter zijn dan de vorige. Als je een minerale pleister zoals gips of kalk-cementpleister op een massieve stenen of betonnen muur aanbrengt, is dit vooral belangrijk. Als deze regel niet gevolgd wordt, kunnen er snel scheuren in het pleisterwerk ontstaan als het oppervlak droogt of door temperatuurschommelingen. In het ergste geval kan zelfs de hele pleisterlaag loslaten van de ondergrond. Je vindt de nodige informatie over de hardheid en druksterkte van de soorten pleister in de specificaties van de fabrikant.
Geen regel zonder uitzondering: “zacht op hard” is niet van toepassing bij het bepleisteren van samengestelde thermische isolatiesystemen. Hier worden bewegingen opgevangen door een zachte tussenlaag aan te brengen. Zorg er echter voor dat alle gebruikte materialen met elkaar compatibel zijn. De gemakkelijkste manier is om alle benodigde producten van één fabrikant te betrekken.
3e fout: Je gaat verkeerd om met het gereedschap
Geen enkele meester is ooit uit de lucht gevallen. Dus als je voor het eerst pleistert, kan het even duren voor je de stappen en bewegingen geïnternaliseerd hebt. Het kan nooit kwaad om vooraf een video over het bepleisteren van muren te bekijken, of om de vakmensen aan het werk te zien.
Begin met het droge mengsel, dat je precies volgens de aanwijzingen van de fabrikant moet mengen. Het is belangrijk eerst het water erin te gieten, dan de pleistermortel, en eerst slechts kleine hoeveelheden te mengen, omdat het materiaal de neiging heeft te rijzen tijdens het aanbrengen en je anders snel in tijdnood komt. Als dit het geval is, moet je niet meer water toevoegen, maar het pleister met de troffel doorroeren tot het weer gladder wordt. Werk bij het bepleisteren van de muur zelf steeds van boven naar beneden en van de randen naar de vlakken. Het is ook raadzaam om zowel de gladde troffel als de metseltroffel tussendoor schoon te maken om een schoon resultaat te krijgen.